Hoe buig ik de gootbeugels?

Geschreven door: Stergoot


Om te bepalen hoe de gootbeugels moeten worden gebogen, is het eerst nodig om de dakhelling te meten.
Indien deze niet bekend is, is het gemakkelijk om deze op te meten m.b.v. een duimstok.


Leg een gedeelte op het dak (zie foto 1, figuur 2) en zorg ervoor dat de rest van de duimstok vrij kan "vallen", parallel aan de muur.

Leg de duimstok nu op een vel papier en teken de hoek af aan de buitenkant van de duimstok. Verleng nu de daklijn d.m.v. een stippellijn.
Leg een gootbeugel op het vel papier, met de rugzijde parallel tegen de verticale lijn aan. De afstand van het eindpunt van het dikke gedeelte van de gootbeugel tot de stippellijn moet 30 mm zijn. Het punt waar nu de daklijn kruist met de gootbeugel wordt het "nulpunt" genoemd.

 

Leg de gootbeugels naast elkaar en trek een horizontale lijn over de gootbeugels vanaf het nulpunt (zie foto 2, figuur 3). Markeer op de laatste gootbeugel het vervalpunt. Trek een lijn vanuit het nulpunt naar het vervalpunt. De nieuwe lijn geeft aan op welk punt de gootbeugels gebogen dienen te worden. Als u korte gootbeugels of muurbeugels gebruikt hoeft u deze niet te buigen.

 

De beste manier om gootbeugels te buigen is om een speciale beugelbuiger te gebruiken. Daken van meer dan 10 meter breed hebben minimaal 2 afvoerbuizen nodig. In dit geval zit het hoogste punt van de goot in het midden van het dak en loopt het af naar de zijkanten.